Sami-band op een 4-schachts getouw

De Sami hebben een rijke traditie in het bandweven, vooral ter decoratie van kleding, rugzakken en laarzen. De meest voorkomende banden zijn gemaakt in de zogenaamde Baltische Stijl. Er is een tweede techniek waar extra draden, ook wel flotterende draden genoemd, beurtelings onder en boven het basisweefsel liggen. De Sami weven deze tweede techniek op een hevelrietgetouw of met een speciale bandweefkam met een extra gleuf erin. Maar het is veel makkelijker om deze banden op een 4-schachts getouw te weven.  

Het weven van deze band wijkt wel wat af van het normale weven op een 4-schachts getouw. Ten eerste gebruik je geen riet, zodat je de kettingdraden goed tegen elkaar aan kunt trekken. Ten tweede til je niet altijd beide schachten tegelijk omhoog. Bij het wisselen van blok til je eerst schacht 3 (bij blok 1) of schacht 4 (bij blok 2) omhoog en sla je deze zacht aan zonder deze te weven, zodat je een mooie scherpe lijn krijgt. Daarna til je pas schacht 1 (of schacht 2 voor blok 2) omhoog en weef je de gehele toer.  

Het inrijgschema staat hieronder. De schachten 1 en 2 vormen de basis van de band, de schachten 3 en 4 vormen de flotterende lagen. Je weeft telkens in twee blokken, waarbij blok 1 en blok 2 elkaar steeds afwisselen.  

Blok 1 

  • Schacht 3 omhoog – sla aan 
  • Schacht 1 en 3 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schacht 2 en 3 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schacht 1 en 3 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schachten 1 en 3 omlaag 

Blok 2 

  • Schacht 4 omhoog – sla aan 
  • Schacht 2 en 4 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schacht 1 en 4 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schacht 2 en 4 omhoog – sla aan, sla in 
  • Schachten 2 en 4 omlaag 

Deze twee blokken steeds herhalen. 

Verwijzingen
  • Elwyn Kenn,  Baltic Pick-up Band weaving on a 4-shaft loom (downloadbare pdf)  

Dit artikel is gepubliceerd als Stof tot Weven in WEVEN, jaargang 32, nummer 2, april 2021