Eén van de meest gestelde vragen is wat het verschil is tussen bandweven en kaartweven. De meesten denken dat er met kaartweven veel meer patronen mogelijk zijn dan met bandweven, maar dat is niet het geval: het is anders.
Bandweven is eigenlijk de overkoepelende term voor alle banden die geweven worden, zowel met hevels als met kaarten. In het Nederlands is er geen goed onderscheid voor de technieken. Daarom gebruiken we het “bandweven” voor het weven met hevels of met een bandweefkam en kaartweven voor het weven met kaarten.
Daarnaast is er nog een belangrijk verschil tussen bandweven en kaartweven: met bandweven gebruik je enkele draden, die naast elkaar bewegen: de draden liggen afwisselend onder en boven de inslagdraad. Met kaartweven draai je de kaarten, waardoor de draden in één kaart een gedraaid koordje vormen. De inslagdraad gaat midden door het koordje; als je vier draden gebruikt, liggen er twee draden boven en twee draden onder de inslagdraad. Bij elke draaiing komt er een andere kleur boven.
In onderstaande afbeelding is dit getekend. Je ziet dat je bij bandweven altijd een rechte “steek” krijgt. Bij kaartweven krijg je door het draaien een diagonale steek, die ook nog eens twee kanten op kan staan. Daarom zijn er niet meer of minder mogelijkheden bij kaartweven dan bij bandweven, maar andere mogelijkheden.
Wat je ook zult merken is dat kaartgeweven banden dikker en steviger zijn, doordat je de koorden vormt. Zo stevig dat ze zelfs worden gebruikt als hondenriem!
Links de structuur bij bandweven, rechts de structuur bij kaartweven. Geel, rood en wit zijn de kettingdraden, blauw is de inslagdraad. In een band zie je normaliter de inslagdraad niet.