Ontwerp dilemma’s

Enige tijd geleden kreeg ik een foto van een historische band toegestuurd, waarmee een hals van een tuniek was afgezet met de vraag of ik wist in welke techniek de band gemaakt was. Het was een keper en aangezien ik keperpatronen tekenen één van de allerleukste puzzels vind, had ik voordat ik het wist aangeboden om het patroon te tekenen.

En toen begon het: want je kunt het symbool tien keer een swastika noemen en weten dat het een eeuwenoud symbool is voor geluk of levenskracht, de haakjes kunnen de andere kant op staan, maar in het patroon stond een hakenkruis. Een symbool dat ik in elke band zorgvuldige vermijd. En wat doe je dan met je ontwerp? Want de rest van de band was gewoon ontzettend mooi. Na vier dagen aarzelen heb ik voorzichtig gevraagd: “weet je dat er een hakenkruis in staat en is dat wat je wilt?”. Het antwoord was twee keer ja, want het ontwerp is inderdaad met swastika historisch correct. Dus ik ging toch maar verder, want ook die redenatie begrijp ik en ik vind het een behoorlijk dilemma. Doe je de oorspronkelijke historie geweld aan of laat je je leiden door hoe het swastika symbool misbruikt is?

Niet alleen dit dilemma, maar ook het patroon zelf was best ingewikkeld. De band op de toch wat onscherpe foto was van wol, waardoor ik niet goed kon zien of het 21 of 22 kaarten waren. Mijn gok was 21 kaarten, aangezien keper vaak een oneven aantal kaarten in het patroongedeelte heeft. De patroonlijnen voor het hakenkruis waren niet heel moeilijk, maar het netjes in de keper van de achtergrond passen lukte niet. Aangezien ik alles op mijn iPad teken en er maar niet uit kwam, zat ik bij het ontbijt eindeloos te schuiven met dat hakenkruis. Het voelde uitermate ongemakkelijk….

De enige mogelijkheid was om te beginnen met weven en te kijken of ik het al wevend voor elkaar kon krijgen. Nog voordat ik aan dat stuk toe kwam, kwam ik al tot de conclusie dat het 22 kaarten moesten zijn. Ik weer terug naar mijn iPad en ook dat kwam niet uit in de tekening. Het feit dat het een hakenkruis was, verdween wat naar de achtergrond: dit moest ik toch kunnen tekenen? Na nog een avond zwoegen had ik het opeens! Het waren toch 21 kaarten en het patroon bleek volkomen logisch in elkaar te zitten, wat bij een goede keper vaak het geval is.

Toen heb ik besloten om iets te doen, wat ik normaal nooit doe. Ik controleer niet of mijn tekening klopt door het te weven, want ik wil nog steeds geen hakenkruis weven. Ik kies voor een polderoplossing: ik teken het patroon alleen voor de vragensteller en als er nog een foutje instaat, is het jammer. En ik heb voor mezelf op een aantal punten een wijziging aangebracht in het patroon, waardoor er een mooi abstract patroon is ontstaan, wat ik wel met veel plezier weef!

Niet de enige met dit dilemma

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *